Dekpartner voor het R-nest.

Moeder: *Orsa vom Grubenländer Schupo

Na rijp beraad heb ik besloten toch geen nestherhaling te doen van het Q-nest. Aanvankelijk leek mij dat leuk mede gezien reacties van buiten, mensen die daar eigenlijk op aandrongen.

De resultaten van de “pups” uit het Q-nest mogen er op dit moment zijn (de nakomelingen zijn 15 maanden oud). Als fokker ben ik daar vanzelfsprekend erg tevreden mee.

Toch is een nestherhaling voor een fokker feitelijk oninteressant. Immers, er lopen al nakomelingen rond met die bloedvoering. Een fokker wil liever zien, hoe de uit eigen fokkerij stammende teef, in dit geval Orsa, gaat vererven met een nieuwe reu.

In ieder nest zijn er voor- en nadelen. De fokker weet dat het best en neemt deze ervaringen mee in de overwegingen naar de definitieve keuze van de nieuwe reu.

Verbeteren van de fokkerij is immers het doel en dat staat hoog in ons vaandel. Een nestherhaling zou eerder lijken op vermeerderen en dat is mijn bedoeling niet en nooit geweest.

Voor het R-nest heb ik weer gezocht naar een combinatie met geen of nauwelijks inteelt. Ik had enkele reuen op het oog, maar daarvan viel de ene na de andere af. Of er was sprake van meer of te veel inteelt of er kwamen mij nieuwtjes ter ore over de vermoedelijke of mogelijke vererving van de betreffende reu (waarbij er natuurlijk altijd twee zijn, vader en moeder), waardoor mijn positieve mening over de betreffende reu veranderde. Dat wil niet zeggen, dat de betreffende reu dan slecht zou zijn voor de fokkerij of een volgend nest maar in mijn ogen minder passend bij Ors. Ddaardoor begon zich langzaam een profiel van de volgende dekreu af te tekenen.

Dat leidde ertoe, dat ik heb gekozen voor de uitmuntende zwarte reu Ory vom Prinzenrain, SchH.3 FH.2 (alle met uitmuntend), Keurklasse 1, Zuchtschau V (uitmuntend), HD en ED normal, Zuchtwert 70 (1/2013).

Waarom Ory vom Prinzenrain?

Binnen de “lijnen” van de stamboom van Orsa is slechts sprake van een beperkte inteelt. Een combinatie met veel bekende en onbekende dekreuen zou die inteelt al snel vergroten of verhogen. Dat hoeft niet verkeerd te zijn, maar daar zocht ik nu niet naar. Om die reden heb ik, net als bij het Q-nest, gezocht naar reuen met voorouders, die binnen onze “lijnen” niet of nauwelijks voorkomen.

Zo kwam al snel de interessante “lijn” over Asko von der Lutter naar voren en kwam ik vrij snel uit bij twee zwarte reuen, beide kleinzonen van Asko:

Danjo vom Lepperhof en
Ory vom Prinzenrain.

Beide reuen komen via de vaderlijn over Asko von der Lutter. Beide reuen zijn uitmuntend van bouw en uitmuntend in de werkprestaties. De stambomen van beide reuen komen op veel punten overeen.

Vergelijkend onderzoek tussen die twee reuen bracht Ory als de voor mij meest geschikte dekpartner naar voren. Het belangrijkst daarbij vond ik de vaders van de twee reuen.

Danjo komt over de minder bekende Dasko vom Wolfsblick. Zijn moeder is Luna Westfalenspross. Het gevaar van vererving van tandfouten is bekend en mij in dit geval te groot.

Ory is een zoon van Janoch von der Grube Waldecke. Deze reu heeft zijn werkaanleg bewezen door aan verschillende wedstrijden deel te nemen. Zo behaalde hij uitmuntend op de Bundessiegerprüfung en zeer goed op het WUSV-wereldkampioenschap. Wat dat betreft lijkt hij de kwaliteiten van zijn vader Asko von der Lutter te hebben meegekregen. Deze werd immers Duits Kampioen met uitmuntend op de BSP en WUSV-Wereldkampioen, eveneens met uitmuntend, één van de meest succesvolle reuen van de laatste jaren.

Ory heeft momenteel de HD-Zuchtwert 70 en Orsa 74. De eventuele pups hebben naar de stand van dit moment een verwachte Zuchtwert van 72. Dat is erg laag. De stamboom die ontstaat door de paring van Ory en Orsa heeft vier generaties met alleen maar normale heupen.

De verwachtingen van dit nest zijn daardoor hooggespannen.

De loopsheid van Orsa wordt verwacht rond eind maart of begin april 2013.

Wilsum, 12 februari 2013

Hennie Rouw

Kijk ook hier.

Stamboomsimulatie

Beschrijving van de ouderdieren

(Working Dog)